Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud

Warmlopen voor Casusgestuurd onderwijs

13 september 2023

Nog een jaar te gaan voordat Erasmusarts 2030, het nieuwe curriculum van de opleiding Geneeskunde, van start gaat. Als voorbereiding doen docenten en studenten in pilots ervaring op met Casusgestuurd onderwijs (CGO), een van de onderwijsvormen van EA2030. Gijs Elshout, programmadirecteur van de bachelor Geneeskunde, is nauw betrokken bij de ontwikkeling van het onderwijs.

‘De kracht van Casusgestuurd onderwijs is dat studenten actief aan de slag gaan met realistische vraagstellingen in de gezondheidszorg’, legt Elshout uit. ‘De echte situaties waar ze voor komen te staan, dragen bij aan een sense of urgency. De kennis die ze opdoen passen ze meteen toe in een relevante context. Daardoor begrijpen ze beter wat ze aan hun kennis hebben en hoe ze deze kunnen gebruiken. Daardoor zullen ze de leerstof beter onthouden.’

Competenties

CGO is een geïntegreerde manier van leren waarbij studenten zich meteen andere competenties eigen maken, zoals kennis opzoeken, samenwerken, communiceren en presenteren. Het vindt plaats in kleine groepjes studenten onder begeleiding van een tutor. Dit stimuleert studenten een actieve bijdrage te leveren. Bovendien ontvangen ze meteen feedback van hun tutor en medestudenten. Ze bereiden zich voor op het onderwijs aan de hand van een casuspitch en zelfstudie, waaruit ze de informatie moeten halen die relevant is voor de casus. Tijdens de casusbespreking krijgen ze aanvullende informatie, waarbij ze met elkaar de aangeleerde kennis toepassen om het vraagstuk op te lossen.

Diverse specialismen

De inhoud van het CGO voor EA2030 wordt ontwikkeld in Ontwikkelteams van docenten uit verschillende disciplines. Elshout: ‘Per casus is er één penvoerder, maar de inhoud is het product van co-creatie waarbij er meerdere invalshoeken zijn. Dit betekent dat er met elke casus heel verschillende leeropbrengsten te behalen zijn.’ Een voorbeeld: Bij het stellen van een differentiaal diagnose in de casus ‘Kind met blauwe plekken’, moeten de studenten rekening houden met verschillende mogelijke oorzaken, zoals leukemie maar ook kindermishandeling. Vervolgonderzoek dat ze inzetten kan zowel gericht zijn op hematologische diagnostiek als het inschakelen van ‘Veilig thuis’.

Praktijk

Ook voor docenten is CGO motiverend. De casuïstiek komt uit de praktijk die zij als artsen en onderzoekers elke dag meemaken. Het gaat daarbij niet altijd om een patiëntencasus. Een casus kan ook gaan over de uitbraak van een norovirus in een verpleeghuis, waarbij de studenten in de schoenen staan van de GGD-arts die de uitbraak onder controle moet krijgen. Voor het onderwijs kan een echte casus worden ‘bijgeschaafd’ om de leeropbrengsten zo goed mogelijk aan bod te laten komen.

Steeds complexer

De bachelor Geneeskunde is verdeeld in thematische blokken die de levenscyclus volgen: vanaf het embryo aan het begin van het eerste jaar tot aan de kwetsbare oudere aan het eind van het derde jaar. ‘We werken in een spiral curriculum,’ legt Elshout uit. ‘De casuïstiek wordt steeds complexer en grijpt terug op wat de studenten eerder hebben geleerd. In het laatste blok krijgen studenten bijvoorbeeld te maken met co-morbiditeit, patiënten die meerdere aandoeningen tegelijk hebben, en met het levenseinde.’      

CGO-journey

  • Pitch: studenten krijgen een korte, prikkelende introductie op de casus, bijvoorbeeld in een video of opname van een telefoongesprek tussen een arts en een patiënt.
  • Gestuurde zelfstudie: de student bestudeert zelfstandig het studiemateriaal en selecteert daaruit de informatie die relevant is voor de casus. De zelfstudie kan bijvoorbeeld bestaan uit e-learnings, webclips of literatuur.
  • Casusbespreking: De studenten bespreken de casus in een kleine groep onder begeleiding van de tutor. Tutoren zijn niet inhoudsdeskundig, maar goed didactisch onderlegd om de studenten te begeleiden in het studeren. Tijdens de bespreking krijgen studenten nieuwe aanvullende informatie over de casus, in verschillende mediavormen.
  • Aan de slag: De studenten werken de casus uit op de hogere niveaus van de taxonomie van Bloom: begrijpen, toepassen, analyseren, synthetiseren, evalueren. Het resultaat kan bijvoorbeeld bestaan uit een differentiaal diagnose, een overzicht van de mogelijke oorzaken van de klachten, en het vervolgonderzoek of de behandeling of interventie die nodig is. Maar bijvoorbeeld ook uit een tekening van een genetische pathway die verkeerd kan lopen en een gewone cel in een kankercel verandert.
  • Flankerend aan het CGO volgen de studenten onderwijs dat aansluit bij de casus waar ze mee bezig zijn, zoals bijvoorbeeld training van klinische vaardigheden, academische vorming (dataonderzoek, literatuuronderzoek, presenteren), etc.
Lees meer: