Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
bandage
Aandoening

Geneesmiddelenallergie

Als een patiënt een nadelig effect als gevolg van het gebruik van medicatie ondervindt, kan dat een veelheid aan oorzaken hebben waaronder een allergie.

Geneesmiddelenallergie: over deze aandoening

Wat is een geneesmiddelenallergie?

Wat is deze aandoening?

Er bestaan vier hoofdvormen van allergie:

  • Type I: het lichaam maakt antistoffen aan die zorgen voor een heftige reactie op het geneesmiddel. De reactie treedt vaak snel op en bijna nooit later dan een uur. Typische klachten zijn galbulten/netelroos, zwellingen, prikkelingen in de mond en keelholte, verstopte neus, loopneus, rode geprikkelde ogen, buikkrampen, misselijkheid, braken en diarree. Anafylaxie is de meest ernstige vorm van allergische reactie.
  • Type II: het lichaam maakt een ander soort antistoffen aan tegen een medicijn. Het lichaam herkent deze bloed en huidcellen als lichaamsvreemd en start een afweerreactie. Daardoor kunnen bijvoorbeeld bloedplaatjes worden afgebroken met als gevolg een gestoorde bloedstolling. Of de opperhuid kan loslaten met als gevolg blaarvorming.
  • Type III: de antistoffen hechten zich aan medicatie in de bloedbaan en vormen hier zogenaamde complexen mee die neerslaan in kleine bloedvaten in de nieren, longen en huid. Dit veroorzaakt koorts, gewichtspijn, nierproblemen, ontstekingsplekken en bloeduitstortingen in de huid. 
  • Type IV: vindt meestal pas na een paar dagen plaats en veroorzaakt veel verschillende huidreacties. De huidreacties zijn meestal relatief onschuldig, zoals eczeem, maar soms ook veel ernstiger, zoals blaarziekten.

Symptomen en gevolgen

De meeste reacties zijn vrij onschuldig, maar sommige zijn heel gevaarlijk en soms levensbedreigend. Een ernstige reactie hoeft niet per se te wijzen op een allergie.

Bekende gevaarlijke allergische reacties zijn de acute ernstige allergische reacties (anafylaxie) waarbij ademhalingsproblemen en/of een verlaagde bloeddruk kunnen optreden naast galbulten, misselijkheid en braken die vaker voorkomen. De allergoloog kan uw kind helpen door een advies te geven hoe deze klachten te vermijden en eventueel een goed alternatief medicijn voor te schrijven.

Wat wij voor u doen

Onderzoek en diagnose

Allergietesten voor geneesmiddelen zijn niet altijd mogelijk of zinvol. Op basis van de informatie van de verwijzend arts bepalen wij of en welke testen we uitvoeren. Als er huidklachten waren, kan een foto heel behulpzaam zijn.

Huidtesten

Er zijn drie soorten huidtesten die we bij een verdenking op een allergie kunnen uitvoeren:

  • De huidpriktest: we brengen een druppel vloeistof met hierin het geneesmiddel op de huid aan. Met een naaldje geven we er daarna een prikje doorheen.
  • De intracutane huidtest: we spuiten het geneesmiddel verdund in de huid.
  • De plakproef of epicutane huidtest: de dermatoloog plakt het medicijn met een speciale pleister op de rug.

Bloedonderzoek

Bij bloedonderzoek kijken we of er allergische antistoffen zijn die gericht tegen het geneesmiddel.

Provocatie

Bij deze test geven we in een aantal stappen een toenemende hoeveelheid van het medicijn. Omdat een provocatie kan leiden tot klachten doen we dit alleen onder supervisie van een arts in het ziekenhuis.

Huidtest

Met wie heeft u te maken?

De kinderarts allergoloog voert met u het gesprek, onderzoekt uw kind en bepaalt welke aanvullende testen zullen plaatsvinden. De kinderarts allergoloog bespreekt de resultaten van het aanvullende onderzoek met u en stelt de behandeling in. De doktersassistente voert de huidtesten uit die de kinderarts allergoloog nodig acht.

Komt u hier voor een eerste bezoek?

Hoe bereidt u uw gesprek voor? En wat vertelt u uw kind? Alles wat u moet weten in een handig overzicht.
Bereid u voor