Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
bandage
Aandoening

Bronchopulmonale dysplasie bij kinderen (BPD)

Chronische longaandoening

Bronchopulmonale dysplasie (BPD) kan ontstaan bij kinderen die veel te vroeg geboren worden.

Bronchopulmonale dysplasie bij kinderen (BPD): over deze aandoening

Wat is bronchopulmonale dysplasie?

Men spreekt van bronchopulmonale dysplasie (BPD) als een baby 28 dagen of langer extra zuurstof nodig heeft gehad, gerekend vanaf de dag van de geboorte tot aan het moment dat de zwangerschapsduur 36 weken zou zijn geweest. Hoe vroeger de baby geboren is en hoe meer een pasgeboren baby extra zuurstof of ondersteuning van de ademhaling nodig heeft gehad, hoe ernstiger de BPD meestal is. Overigens kunnen ook te vroeg geboren baby's die geen BPD ontwikkelen later longklachten ontwikkelen, zowel op de kinderleeftijd als op de volwassen leeftijd.  

Hoe vaak komt het voor?

Ongeveer 30% van de kinderen die veel te vroeg geboren wordt (na een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken), ontwikkelt BPD. Bij een derde hiervan gaat het om een ernstige vorm van BPD. Vaak blijven de longen ook later gevoelig voor infecties en prikkels van buitenaf, zoals stof en tabaksrook. 

Meer informatie leest u in de patiëntenfolder Bronchopulmonale dysplasie.

Soorten

BPD kan ernstig en minder ernstig zijn. Hoe verder de zwangerschap is voldragen, hoe verder de longen zijn ontwikkeld. Er zijn twee vormen van BPD.

  • Klassieke BPD: bij deze vorm van BPD zijn de longen beschadigd. Er is littekenweefsel ontstaan als gevolg van de hulp bij het ademen. Dit gebeurt vooral wanneer je als baby lange tijd zuurstof nodig had onder een hoge druk. Deze klassieke vorm van BPD komt gelukkig steeds minder vaak voor. De technieken voor het ondersteunen van de ademhaling zijn verbeterd. En er bestaat nu kunstmatige surfactant. Dit zorgt ervoor dat de longblaasjes open blijven. Het wordt via een spuitje toegediend.
  • Nieuwe BPD: bij nieuwe BPD is het probleem vooral de onderontwikkeling van de longen. De longen zijn hierdoor kwetsbaar. Ze hebben minder en grotere longblaasjes dan normaal. De longen zijn minder goed doorbloed. Hierdoor is het moeilijker om zuurstof op te nemen.

Oorzaak

Hoe BPD ontstaat, is niet helemaal bekend. Als kinderen te vroeg worden geboren zijn hun longen nog niet goed ontwikkeld. Te vroeg geboren kinderen hebben daarom vaak hulp nodig bij het ademen met behulp van een beademingsbuisje en extra zuurstof.

Ook een afwijkende groei van de longen en bijbehorende bloedvaten, ontsteking en erfelijkheid spelen mogelijk een rol in het ontstaan van BPD. Bij sommige families komt BPD in verhouding vaker voor, wat zou kunnen betekenen dat genen een rol spelen.

Wat wij voor u doen

Onderzoek en diagnose

Op de leeftijd van 2 - 3 maanden, 6 maanden, en 1, 2, 5 en 8 jaar en ouder, bezoekt uw kind onze polikliniek van het Kinderthoraxcentrum. Bij elke bezoek heeft u een gesprek met een neonatoloog of algemeen kinderarts, een kinderlongarts, en een fysiotherapeut. Uw kind krijgt een lichamelijk onderzoek. Bij een aantal bezoeken zien u en uw kind ook de kindercardioloog of de neuropsycholoog, en als het nodig is de keel-, neus- en oorarts of diëtiste.

Metingen die altijd bij uw kind worden gedaan zijn: lengte, gewicht, ademhaling, hartslag, bloeddruk, longfunctie, en ontwikkelingsonderzoek. Op de leeftijd van zes maanden wordt bij uw kind ook een hartfilmpje - dit is het meten van elektrische prikkels van de hartspiercellen - en een echo-onderzoek van het hart gemaakt.

Er wordt een nachtelijk slaaponderzoek verricht en als laatste een CT-scan van de longen gemaakt. Soms zijn deze onderzoeken ook al op jongere leeftijd gedaan. Een deel van deze onderzoeken wordt nog een keer gedaan op de leeftijd van 5 of 8 jaar. Op de leeftijd van 2 en 5 jaar vindt een mentaal ontwikkelingsonderzoek plaats bij de (neuro)psycholoog. Als uw kind in de puberteit is, wordt een inspanningstest gedaan.

Bij het bereiken van de volwassen leeftijd worden de controles van de kinderarts overgenomen. U bezoekt dan de polikliniek Longgeneeskunde. Metingen die na het eerste bezoek worden gedaan zijn: een bloedonderzoek, een longfunctie, een CT-scan van de longen en een echo-onderzoek van het hart via de cardioloog. Op indicatie zult u ook een verwijzing  krijgen naar de KNO-arts of een nachtelijk slaaponderzoek ondergaan.
Zeldzame ziekten Erasmus MC Sophia

Met wie heeft u te maken?

U kunt te maken krijgen met de volgende zorgverleners:

  • Longartsen
  • Cardiologen
  • Radiologen
  • Gespecialiseerd verpleegkundigen
  • Research verpleegkundigen
  • Fysiotherapeuten
  • Psychologen

Komt u hier voor een eerste bezoek?

Hoe bereidt u uw gesprek voor? En wat vertelt u uw kind? Alles wat u moet weten in een handig overzicht.
Bereid u voor