Over bloed
Bloed wordt gemaakt in het beenmerg. Er zijn 3 soorten bloedcellen met verschillende functies:
- Rode bloedcellen (erytrocyten): vervoeren zuurstof en kooldioxide door het lichaam.
- Witte bloedcellen (leukocyten): kunnen schadelijke stoffen en ziekteverwerkers herkennen en onschadelijk maken.
- Bloedplaatjes (trombocyten): zorgen voor de stolling van het bloed, zodat er een korstje op een wond komt.
Over sferocytose en elliptocytose
Bij sferocytose en elliptocytose gaan rode bloedcellen sneller kapot dan normaal. Hierdoor kan er sprake zijn van bloedarmoede, maar dit hoeft niet. Bloedarmoede noemen we anemie. Bij sferocytose en elliptocytose worden er extra veel jonge rode bloedcellen aangemaakt om te compenseren voor de verhoogde afbraak van rode bloedcellen. Deze jonge rode bloedcellen heten reticulocyten.
Oorzaken
Sferocytose en elliptocytose ontstaan doordat er een verandering is opgetreden in het DNA. DNA is ons erfelijk materiaal, waarop geschreven staat hoe ons lichaam gemaakt moet worden. DNA bestaat uit heel veel verschillende genen. Elk gen beschrijft een ander stukje van ons lichaam. Bij sferocytose of elliptocytose is er een schrijffout opgetreden in het gen waarop beschreven staat hoe de wand van de rode bloedcellen moet worden gemaakt. Hierdoor is de vorm van de rode bloedcellen anders dan normaal.
Afwijkend gen
Sferocytose en elliptocytose ontstaan bijna altijd als één van de ouders het afwijkende gen heeft doorgegeven. Deze vorm van overgeven noemen we autosomaal dominant. Soms is iemand de eerste in de familie met sferocytose of elliptocytose. Vaak is er dan een nieuwe variant in het erfelijk materiaal ontstaan. Het kan ook zo zijn dat familieleden de aandoening toch wél blijken te hebben, maar er nooit iets van hebben gemerkt.
Hoe vaak komt het voor?
Ongeveer 3 op de 10.000 pasgeborenen heeft sferocytose. Elliptocytose is veel zeldzamer. Beide ziekten komen ongeveer evenveel voor bij mannen als bij vrouwen.
Afwijkend gen
Sferocytose en elliptocytose ontstaan bijna altijd als één van de ouders het afwijkende gen heeft doorgegeven. Deze vorm van overgeven noemen we autosomaal dominant. Soms is iemand de eerste in de familie met sferocytose of elliptocytose. Vaak is er dan een nieuwe variant in het erfelijk materiaal ontstaan. Het kan ook zo zijn dat familieleden de aandoening toch wél blijken te hebben, maar er nooit iets van hebben gemerkt.
Hoe vaak komt het voor?
Ongeveer 3 op de 10.000 pasgeborenen heeft sferocytose. Elliptocytose is veel zeldzamer. Beide ziekten komen ongeveer evenveel voor bij mannen als bij vrouwen.
Symptomen en gevolgen
De klachten kunnen per patiënt verschillen. De één heeft nauwelijks of geen klachten en de ander heeft regelmatig een bloedtransfusie nodig. We verdelen de klachten in chronische (langdurige) klachten en acute klachten. Ook is het belangrijk om te weten dat er al meteen na de geboorte sprake kan zijn van specifieke klachten.
Hemolyse kan de volgende klachten geven:
Beoordeling of behandeling kan nodig zijn.
Neem dus bij geelverkleuring van een pasgeboren baby altijd direct contact op met de verloskundige of arts.
Beoordeling of behandeling kan nodig zijn.
Chronische klachten of symptomen
Doordat rode bloedcellen versneld afbreken, kan er bloedarmoede ontstaan met onder andere de volgende klachten:- Vermoeidheid
- Verminderde conditie
- Vaak hoofdpijn
- Duizeligheid
- Bleek zien
- Concentratieproblemen op school
Hemolyse kan de volgende klachten geven:
- Gele huidskleur en oogwit (= icterus)
- Donkergele urine
- Buikpijn kan het eerste teken zijn van galstenen die niet goed passeren in de galwegen
Acute klachten of symptomen
- Galstenen die in de galblaas zitten geven geen klachten, maar galstenen kunnen wel klachten geven als ze door de galwegen passeren. Dit kan zorgen voor heftige buikpijnaanvallen (koliekpijnen). Hierbij kan de kleur van het oogwit en eventueel de huid geler worden.
- De (eventuele) bloedarmoede kan plotseling erger worden, bijvoorbeeld als er sprake is van een tijdelijk verminderde aanmaak van rode bloedcellen. Dit kan voorkomen bij het Parvo B19 virus, wat de ‘vijfde ziekte’) ofkinderziekte’ veroorzaakt. Ook kan de (eventuele) bloedarmoede plotseling erger worden in periodes van toename van de versnelde afbraak van rode bloedcellen bijvoorbeeld tijdens een griep. Dit kan eventueel zorgen voor (toename van) bleekheid en moeheidvermoeidheid, (toename van) geelzien, en soms duizeligheid.
Beoordeling of behandeling kan nodig zijn.
Symptomen direct na de geboorte
Bij sferocytose en elliptocytose gaan de rode bloedcellen sneller kapot dan normaal, waardoor er bilirubine vrij komt. Normaal gesproken verwijderen de lever en de nieren bilirubine weer uit het lichaam. Bij pasgeboren kinderen zijn deze organen nog niet voldoende in staat om veel bilirubine uit het lichaam te verwijderen. Dan kan bilirubine zich opstapelen. Bilirubine zorgt voor een gele kleur. Bij te hoge bilirubinewaarden in het bloed wordt een pasgeboren baby dus ook geel. Dit zie je vaak het eerst terug in de ogen: het oogwit kleurt geel. Maar ook de huid kan een geel-bronsachtige kleur krijgen. Deze geelverkleuring van een baby noemen we icterus. Bij sferocytose en elliptocytose kan dit al binnen 24 uur na de geboorte ontstaan, maar het kan ook later optreden. Het is belangrijk om hier alert op te zijn en zo nodig contact op te nemen met de verloskundige of arts. Een te hoog bilirubinegehalte kan namelijk schadelijk zijn. De verloskundige of arts controleert zonodig het bilirubinegehalte in het bloed van uw kind. Als de waarde te hoog is, moet een behandeling worden ingesteld.Neem dus bij geelverkleuring van een pasgeboren baby altijd direct contact op met de verloskundige of arts.
Beoordeling of behandeling kan nodig zijn.
De behandeling
De behandeling van sferocytose en elliptocytose is afhankelijk van de klachten.
Patiënten met sferocytose of elliptocytose komen in principe één keer per jaar op de polikliniek Kinderhematologie. De kinderhematoloog werkt vaak samen met een algemeen kinderarts en de huisarts voor gezamenlijke controles en/of tussentijdse controles van de bloedwaarden.
Als er wordt besloten tot het verwijderen van de milt en/of de galblaas, wordt er een afspraak ingepland met de kinderchirurg.
Transitie
Als kinderen 17 of 18 jaar zijn, stoppen we de behandeling in het Sophia Kinderziekenhuis. Vanaf dat moment voert de internist-hematoloog of de huisarts de controles uit. De kinderhematoloog bespreekt vooraf met de patiënt en de ouders naar wie en welk ziekenhuis hij of zij verwezen wil worden.
- Neonatale icterus: wanneer een kind na de geboorte binnen 24 uur al geel ziet of in de dagen erna geel verkleurt, is het nodig om bilirubinegehalte te controleren. Als het bilirubinegehalte te hoog is, wordt dit behandeld dit met fototherapie en in zeldzame gevallen een bloedtransfusie. Dit gebeurt in het ziekenhuis.
- Foliumzuur (= vitamine B11): om de aanmaak van rode bloedcellen te ondersteunen. Foliumzuur is één van de bouwstenen bij de aanmaak van rode bloedcellen. Helaas is de reservevoorraad in ons lichaam beperkt. Daarom adviseren we een patiënt om foliumzuur slikken. Kleine kinderen krijgen 1X per dag 0,5 mg. Grotere kinderen mogen 1X per week 5 mg innemen. Daarnaast zit er foliumzuur in groene groente, volkorenbrood en in zuivel.
- Vitamine B12 (= cobalamine): dit is ook één van de bouwstenen bij de aanmaak van rode bloedcellen. Hiervan heeft het lichaam meer voorraad. De meeste patiënten hoeven dit niet aanvullend te slikken. Vitamine B12 zit in dierlijke producten, zoals vlees, vis, melk en eieren. Wanneer iemand met sferocytose of elliptocytose een veganistisch dieet volgt, adviseren wij om dit met de kinderhematoloog te bespreken.
- Bloedtransfusies: bij ernstige bloedarmoede kan een bloedtransfusie nodig zijn. Dit kan eenmalig zijn, bijvoorbeeld als iemand tijdelijk extra veel rode bloedcellen afbreekt door een infectie of als er tijdelijk te weinig aanmaak is door bijvoorbeeld een infectie met het ParvoB19 virus. Sommige kinderen hebben vaker bloedtransfusies nodig. Als dat zo is, controleert de kinderhematoloog vaak in het bloed of het kind de transfusies nog goed verdraagt en of er geen bijwerkingen optreden (zoals ijzerstapeling).
- Verwijdering van de milt (splenectomie): als er veel bloedtransfusies nodig zijn, of bij ernstige aanhoudende klachten, kan het een overweging zijn om de milt te verwijderen. Hierdoor wordt de levensduur van de rode cellen weer (grotendeels) normaal en verdwijnt vaak de bloedarmoede. De milt is een belangrijk orgaan in de bescherming tegen ernstige infecties en daarom zijn aanvullende vaccinaties en antibioticabehandeling belangrijk. Het verwijderen van de milt heeft dus zowel voor- als nadelen. Het is daarom belangrijk om samen met de arts de juiste beslissing te nemen. (Zie ook ‘Miltverwijdering’).
- Verwijdering van de galblaas (cholecystectomie): als een patiënt galstenen heeft die klachten veroorzaken, kan het nuttig zijn om de galblaas te verwijderen. Meestal gebeurt dit via een kijkoperatie (= laparoscopie). ls het nodig is, kunnen de galblaas en de milt ook in 1 operatie worden verwijderd.
Spreekuur en transitie
SpreekuurPatiënten met sferocytose of elliptocytose komen in principe één keer per jaar op de polikliniek Kinderhematologie. De kinderhematoloog werkt vaak samen met een algemeen kinderarts en de huisarts voor gezamenlijke controles en/of tussentijdse controles van de bloedwaarden.
Als er wordt besloten tot het verwijderen van de milt en/of de galblaas, wordt er een afspraak ingepland met de kinderchirurg.
Transitie
Als kinderen 17 of 18 jaar zijn, stoppen we de behandeling in het Sophia Kinderziekenhuis. Vanaf dat moment voert de internist-hematoloog of de huisarts de controles uit. De kinderhematoloog bespreekt vooraf met de patiënt en de ouders naar wie en welk ziekenhuis hij of zij verwezen wil worden.
Woordenlijst
- Anemie = bloedarmoede
- Bilirubine = stofje waardoor je geel gaat zien. Bilirubine is het afbraakproduct van de rode bloedcellen.
- Cholecystectomie = operatief verwijderen van de galblaas.
- Cobalamine = vitamine B12.
- Elliptocyt = ovaalvormige rode bloedcel.
- Foliumzuur = vitamine B11.
- Hemolyse = rode bloedcellen die versneld worden afgebroken of kapot gaan.
- Laparoscopie = via een kijkoperatie.
- Neonatale icterus = geelzien na de geboorte.
- Reticulocyten = jonge rode bloedcellen.
- Sferocyt = kogelronde rode bloedcel.
- Splenectomie = operatief verwijderen van de milt.
Heeft u nog vragen?
Met vragen kunt u altijd terecht bij de kinderhematoloog.
De volgende websites bieden informatie over bloedziekten:
www.cyberpoli.nl
www.hematologienederland.nl/sferocytose
https://bloedziekten.nl/
De volgende websites bieden informatie over bloedziekten:
www.cyberpoli.nl
www.hematologienederland.nl/sferocytose
https://bloedziekten.nl/
Contact
Secretaresse van de kinderverpleegkundige en de kinderhematoloog:
(010) 703 74 00
e-mail: hematopoli@erasmusmc.nl
Buiten kantooruren neemt u contact op met de coördinator van de SEH (spoedeisende hulp) van het Sophia kinderziekenhuis. De SEH speelt uw vraag door naar de dienstdoende kinderarts of kinderhematoloog. U bereikt de SEH 24 uur per dag via het algemene nummer van het Erasmus MC: (010) 7040704, waarbij u vraagt naar de SEH van het Sophia Kinderziekenhuis.
(010) 703 74 00
e-mail: hematopoli@erasmusmc.nl
Buiten kantooruren neemt u contact op met de coördinator van de SEH (spoedeisende hulp) van het Sophia kinderziekenhuis. De SEH speelt uw vraag door naar de dienstdoende kinderarts of kinderhematoloog. U bereikt de SEH 24 uur per dag via het algemene nummer van het Erasmus MC: (010) 7040704, waarbij u vraagt naar de SEH van het Sophia Kinderziekenhuis.