Anorectale manometrie

Hoe werken de anus en endeldarm?

Ontlasting (poep) wordt opgeslagen in de endeldarm. Dit is het laatste deel van de dikke darm. Daaronder zit de anus. Via de anus verlaat poep het lichaam. De anus bestaat voor een deel uit spieren. Dit zijn de binnenste en de buitenste kringspieren.

Is de endeldarm vol? Dan ontspant de binnenste spier automatisch. Dit heet de anusreflex. Ook stuurt de endeldarm een signaal naar de hersenen. Daardoor voel je dat je naar de wc moet.

De poep blijft nog wel in het lichaam. Hier zorgt de buitenste spier van de anus voor. Pas als je de buitenste spier ook ontspant, gaat poep naar buiten. Met deze buitenste spier kun je poep dus ophouden. Ook kun je met deze spier persen.


Afbeelding 1. De anus en endeldarm.

Waarom dit onderzoek?

Bij uw kind is er mogelijk iets mis met de spieren van de anus of de endeldarm. Daarom heeft uw kind last van klachten. Bijvoorbeeld niet goed kunnen poepen (verstopping) of poep niet goed op kunnen houden (incontinentie).

Wat gaan we doen?

We gaan onderzoeken:

• Of de spieren van de anus goed werken.
• Of de anusreflex goed werkt.
• Hoe gevoelig de endeldarm is.

Hiervoor brengen we een dunne buis in de anus van uw kind.

Wat is het doel?

Het doel is om een oorzaak te vinden voor de klachten van uw kind. Daarna kunnen we advies geven over een behandeling.

• Uw kind hoeft niet nuchter te zijn voor het onderzoek. Uw kind mag dus gewoon eten en drinken.
• Slikt uw kind medicijnen of laxeermiddelen? Dan mag uw kind deze gewoon innemen.
• Geeft u uw kind regelmatig een darmspoeling? Dan mag u dit gewoon blijven geven voor het onderzoek.
  Mogelijk schrijft de arts een laxeermiddel voor. U moet dit dan voor het onderzoek aan uw kind geven. U krijgt hier dan informatie over van de arts.

Wat vertelt u uw kind?

Onderzoeken of behandelingen in het ziekenhuis kunnen spannend zijn voor uw kind. Mogelijk is uw kind bang voor het onbekende. Vertel uw kind daarom van tevoren wat er gaat gebeuren. Dit leest u hieronder (‘Tijdens het onderzoek’). Uw kind kan zich zo voorbereiden op wat hem of haar te wachten staat.

Wij doen ons best om uw kind op zijn of haar gemak te stellen. We houden er rekening mee dat het onderzoek vervelend kan zijn voor uw kind.

Uw kind gaat liggen op een onderzoeksbank. Uw kind ligt op de zij met de benen opgetrokken. Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten.

U mag uw kind naar een filmpje laten kijken tijdens het onderzoek.

• Stap 1: we brengen een dun buisje in de anus en endeldarm. Dit kan gevoelig en vervelend zijn, maar het doet geen pijn. Het is te vergelijken met het inbrengen van een zetpil.

Met het buisje meten we de druk in de anus. Dit meten we tijdens rust, knijpen, persen en hoesten. Daarom vragen we uw kind om de anus slap te houden, met de anus te knijpen, met de anus te drukken en te hoesten.

Zo onderzoeken we of de buitenste spier van de anus goed werkt.

• Stap 2: we blazen een ballonnetje op in de endeldarm. We meten dan of de binnenste spier van de anus ontspant. Zo meten we of de anusreflex goed werkt.
• Stap 3: We blazen dit ballonnetje nog wat verder op. We vragen dan of uw kind het gevoel heeft dat hij/zij moet poepen. Zo onderzoeken we hoe gevoelig de endeldarm is.

Daarna halen we het buisje weg.

Na het onderzoek laten we op een scherm de meting aan uw kind zien. Zo kan uw kind zien hoe goed hij/zij het gedaan heeft.


Afbeelding 2. Het buisje met ballonnetje in de anus en endeldarm.

Afbeelding(en) gemaakt met BioRender.com

U krijgt direct na het onderzoek al een voorlopige uitslag. Later bespreekt de arts het onderzoek verder met u. De arts krijgt een verslag van het onderzoek.

Heeft u nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op.

Secretariaat Kinderchirurgie: (010) 703 62 40 (bereikbaar van 8.00 tot 16.30 uur)