Doel van het onderzoek
Het onderzoek wordt gedaan om na te gaan is hoe de blaas, bekkenbodemspieren en het sluitspiermechanisme functioneren tijdens de opslag en lozing van urine. Een blaasdrukmeting wordt vaak verricht indien u klachten heeft van het ophouden en/of lozen van de urine en bij ongewenst urineverlies (incontinentie). Ook wanneer u incombinatie met plasproblemen nog andere aandoeningen heeft, bijvoorbeeld van het zenuwstelsel, of wanneer niet duidelijk is waardoor uw klachten veroorzaakt worden, kan door middel van de blaasdrukmeting nader inzicht verkregen kunnen worden in de oorzaak van uw klacht(en). Daarna zal dan een gericht behandelingsadvies gegeven kunnen worden.
De verpleegkundige zal vervolgens bij u een echo maken van de blaas. Doel hiervan is om na te gaan of u na het plassen er urine achtergebleven is in de blaas. De echo is pijnloos. De verpleegkundige zal bij u een dunne katheter via de urinebuis naar de blaas inbrengen. Dit kan een onaangenaam gevoel zijn. Het slangetje wordt met een pleister vastgemaakt. Vervolgens mag u op de linkerzijde draaien en krijgt u via de anus een dun slangetje ingebracht en ook deze wordt vastgeplakt. Tot slot krijgt u 2 elektrodeplakkers op de bekkenbodem en 1 elektrode op het been. De elektrodeplakkers registreren de spieractiviteit van de bekkenbodem.
Voorbereiding
Bij gebruik van stomamateriaal gelieve een extra stomazak mee te nemen. Meestal moet de stomazak na het onderzoek verwisseld worden.Dag van onderzoek
Het onderzoek vind plaats op de polikliniek urologie. U kunt zich aanmelden bij de aanmeldzuil. U wordt vervolgens opgehaald. Indien mogelijk, wordt aan u gevraagd of om te plassen voorafgaand aan het onderzoek. De urine wordt opgevangen en nagekeken op mogelijke verontreiniging.Mocht u een urineweginfectie hebben, dan kan het onderzoek mogelijk niet doorgaan. Als u zelf katheteriseert, dan verzoeken wij u om uw eigen materialen mee te nemen. Mocht u een urinestoma hebben dan kunt u uw eigen materiaal meenemen. De onderzoeksruimte is toegankelijk voor rolstoelen en er is een aparte omkleedruimte aanwezig. Na het plassen, wordt u verzocht om uw onderkleding uit te doen. Het is wellicht voor u prettig om een lang shirt aan te doen, aangezien u tijdens het onderzoek de onderkleding uit moet doen.De verpleegkundige zal vervolgens bij u een echo maken van de blaas. Doel hiervan is om na te gaan of u na het plassen er urine achtergebleven is in de blaas. De echo is pijnloos. De verpleegkundige zal bij u een dunne katheter via de urinebuis naar de blaas inbrengen. Dit kan een onaangenaam gevoel zijn. Het slangetje wordt met een pleister vastgemaakt. Vervolgens mag u op de linkerzijde draaien en krijgt u via de anus een dun slangetje ingebracht en ook deze wordt vastgeplakt. Tot slot krijgt u 2 elektrodeplakkers op de bekkenbodem en 1 elektrode op het been. De elektrodeplakkers registreren de spieractiviteit van de bekkenbodem.