Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Nazorg EFO en ablatie

Onlangs heeft u een elektrofysiologisch onderzoek (EFO) en/of een behandeling wegens ritmestoornissen (ablatie) ondergaan in het Erasmus MC. Hier vindt u instructies die van belang zijn als u weer thuis bent.

Download PDF

Na de procedure

Uw behandeling is uitgevoerd via de liesader of liesslagader in één of beide liezen. De eerste dagen na de behandeling is er een kleine kans op nabloeding. Om dit te voorkomen, moet u de punctieplaats(en) ontzien.
  • Zorg dat iemand u met de auto ophaalt als u uit het ziekenhuis komt.
  • Belast de lies de eerste drie dagen niet te veel. Vermijd fietsen, autorijden, zware dingen tillen en belastende bewegingen. Ondersteun de wond met lichte druk als u moet hoesten, niezen of persen.
  • Loop de dag na de procedure weinig. Lopen in en om het huis is prima, maar vermijd lange afstanden. Traplopen mag, maar doe dit rustig, trede voor trede.
  • Ga de eerste week niet in bad, zwemmen of naar de sauna. Douchen mag wel.
  • Na 5 dagen kunt u weer werken, mits het herstel goed verloopt en u geen zwaar lichamelijk werk doet.
  • Sport niet de eerste 2 weken.

Zelfobservatie en waarschuwen

Uw lies kan de komende tijd nog wat dik en blauw zijn. De blauwe plek kan zich verspreiden over het hele bovenbeen. Dit herstelt na een tijdje vanzelf.

Neem onmiddellijk contact op met alarmnummer 112 wanneer:

De punctieplaats in de lies pompend of golfsgewijs bloedt. Dit kan duiden op een mogelijke slagaderlijke bloeding. Druk met de vingers of vuist ongeveer 2 centimeter boven de plaats waar het bloed uitstroomt. Het bloeden moet dan minderen/stoppen. Als dit niet lukt, laat u assisteren.

Neem in de eerste week na de procedure contact op met de afdeling cardiologie bij:
  • Een plotselinge toenemende zwelling bij de punctieplaats in de lies. Druk met een vuist op de ontstane bobbel tot er hulp arriveert.
  • Pijn en/of gevoelloosheid in en op het been van de gepuncteerde lies.
  • Huiduitslag
  • Koorts
  • Onverklaarde kortademigheid.
Neem na de eerste week na de procedure contact op met uw huisarts wanneer:

Klachten aanhouden of verergeren.

Hoe verder na een EFO en/of ablatie?

Na een ablatie is goede zelfzorg belangrijk. De eerste drie maanden kunt u nog ritmestoornissen zoals hartkloppingen ervaren, wat meestal vanzelf verbetert. U krijgt advies over uw medicijngebruik. Soms krijgt u een bloedverdunner om stolselvorming te voorkomen; dit hoort u van de verpleegkundig specialist. Na drie maanden bespreekt u uw herstel en medicijngebruik bij de post-ablatiepolikliniek. Als de ritmestoornis terugkomt, kan een nieuwe behandeling nodig zijn.

Contact

  • Algemeen nummer Erasmus MC: 010 704 0 704 (dag en nacht)
  • Cardiologie: 010 703 53 49 (dag en nacht)
  • Secretariaat klinische elektrofysiologie: 010 703 39 91 (tijdens kantooruren)
  • Polikliniek cardiologie: 010 704 05 63 (tijdens kantooruren)

Meer informatie

Een vraag stellen per e-mail kan ook. U kunt een e-mail sturen naar: vscardiologie@erasmusmc.nl

U kunt ook informatie vinden op de website van het Erasmus MC en de website van de Hartstichting: http://www.hartstichting.nl