Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Dunne darm passage

Dunne darm onderzoek

Met een dunne darm passage kunnen we zien of er problemen zijn in uw dunne darm. We kunnen bijvoorbeeld zien of u ontstekingen heeft (ziekte van Crohn), poliepen (een klein gezwel) of andere dingen die de doorgang tegenhouden.

Download PDF

Voorbereiding

Eten en drinken
Om goede foto’s van de darm te kunnen maken is het belangrijk dat de darmen schoon zijn. Daarom moet u de dag voor het onderzoek beginnen met een dieet.

Deze dieetvoorschriften kunt u ook vinden in de bijsluiter van de Prunacolon.

De dag voor het onderzoek
  • Ontbijt: normaal
  • 12.00 uur: 1 heldere gelatine pudding of 1 glas limonade
  • 13.00 uur: 1 glas helder vruchtensap of limonade
  • 14.00 uur: 1 glas helder vruchtensap of limonade
  • 15.00 uur: Ga op de weegschaal staan en weeg uw lichaamsgewicht.
    • Bent u lichter dan 75 kg? Neem dan net zoveel milliliter (ml) Prunacolon in als uw gewicht in kilogram (kg). Bijvoorbeeld: 50 kg lichaamsgewicht = 50 ml Prunacolon.
    • Bent u zwaarder dan 75 kg? Neem dan altijd 75 ml Prunacolon. U mag nooit meer dan 75 ml innemen.
  • 16.00 uur: 1 glas helder vruchtensap of limonade
  • 17.00 uur: 1 heldere gelatine pudding of gefiltreerde bouillon en 1 glas helder sap of water
  • 18.00 uur: 1 glas helder vruchtensap of limonade
  • 19.00 uur: 1 glas helder vruchtensap of limonade
  • 20.00 uur: 1 glas helder vruchtensap of limonade
  • 21.00 uur: 1 glas helder vruchtensap of limonade
  • 22.00 uur: 1 glas helder vruchtensap of limonade
De dag van het onderzoek: geen ontbijt, alleen twee glazen vruchtensap.

Dranken die u wel mag drinken:
Appelsap, druivensap, bessensap, roosvicee, limonadesiroop, koffie/thee (met weinig suiker).
Gefiltreerd: sinaasappelsap, bouillon.

Dranken die u niet mag drinken:
Alle koolzuurhoudende dranken.

Voor Diabetes Mellitus patiënten
Er zit 0.65 gram suiker per ml in Prunacolon. Houdt daar rekening mee. Uw urine kan ook verkleuren door Prunacolon.

Voor vrouwen (zwangerschap en borstvoeding)
Röntgenonderzoek kan beter niet worden gedaan als (de kans bestaat dat) u zwanger bent. Bij twijfel moet het onderzoek binnen 10 dagen na de eerste dag van de menstruatie plaatsvinden. Verander zo nodig uw afspraak.

Tijdens de behandeling wordt (jodiumhoudend) contrastmiddel toegediend. Zeer kleine hoeveelheden kunnen in de moedermelk komen, maar deze kleine hoeveelheden worden niet opgenomen door het maagdarmkanaal van de baby. U kunt daarom borstvoeding blijven geven. Wilt u blootstelling helemaal voorkomen, stop dan na de toediening van het contrastmiddel 24 uur met het geven van borstvoeding.

Contrastvloeistof
In de contrastvloeistof zit jodium. Jodium kan een allergische reactie veroorzaken bij mensen die hiervoor overgevoelig zijn. Bent u overgevoelig voor jodium? Bespreek dit dan met uw behandelend specialist. De behandelend specialist zal u vertellen of voorbereiding met medicatie nodig zal zijn. Wilt u het ook voor het onderzoek of de behandeling zeggen tegen de laborant(e) of radioloog?

Kleding
Trek kleding aan zonder metalen sluitingen (ritsen, knopen of beugels/sleutingen van de bh) of kleding dat u makkelijk uit en aan kunt trekken. Metaal aan de kleding kan röntgenfoto's namelijk verstoren.

Het kan zijn dat er wat contrastmiddel wordt gemorst. Neem daarom schone kleding en ondergoed mee naar het ziekenhuis.

Over dit onderzoek

Wat we gaan doen

We gaan röntgenfoto's maken van uw dunne darm. Om de dunne darm zichtbaar te maken, krijgt u contrastvloeistof. U kunt de contrastvloeistof drinken of we kunnen de vloeistof via een sonde toedienen. Een sonde is een slangetje dat via de neus of mond naar de dunne darmen gaat. De methode hangt af van de reden van het onderzoek.

Wat is het doel?

Op de röntgenfoto's kunnen we zien hoe de darmen eruit zien en of er problemen zijn, zoals ontstekingen, poliepen (kleine gezwellen), of andere dingen die de doorgang tegenhouden.

Verloop van het onderzoek

Het Erasmus MC is een universitair medisch centrum, waarin personeel wordt opgeleid. Het kan daarom voorkomen dat het onderzoek of de behandeling uitgevoerd wordt door één van onze arts-assistenten, gesuperviseerd door een staf-arts. Ook kan het voorkomen dat de arts die het onderzoek of de behandeling van tevoren met u heeft doorgesproken niet degene is die het onderzoek of de behandeling uitvoert.

Contrastvloeistof met een sonde
U komt op de rand van de onderzoektafel te zitten. De radioloog plaatst eerst een sonde via uw neus of mond naar de dunne darm. Om uw keel wat te verdoven, spijt de radioloog eerst iets in uw neusgat of mond. Bij het slikken is het inbrengen van het slangetje een vervelend gevoel. Maar als het slangetje eenmaal zit, heeft u er weinig last meer van. Het uiteinde van het slangetje sluiten we aan op een pomp, die het contrastmiddel in de darmen laat lopen.

Contrastvloeistof drinken
De laborant geeft aan waar u moet komen staan of liggen. U moet dan contrastmiddel drinken via een rietje. Soms moeten we even wachten tot het contrastmiddel verder in de darmen is gelopen. En soms is het nodig om meer contrast te drinken, zodat de darmen goed gevuld zijn met contrast. Dit zal de radioloog of laborant aan u vertellen.

Röntgenfoto's maken
De radioloog bekijkt uw darmen met röntgendoorlichting. Ook maakt hij of zij röntgenfoto's. De radioloog vraagt u vaak om te draaien om alle kanten van de darm te kunnen bekijken. Soms duwen met een lepel op uw buik. Dit doen we om de darmen beter te kunnen zien. Tijdens het maken van de foto's moet u de adem inhouden. We geven het duidelijk aan als dit moet. Aan het eind van het onderzoek halen we het slangetje weer weg. Door het contrastmiddel zal u aandrang krijgen om naar het toilet te gaan.

Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten.

Na het onderzoek

Eten en drinken
Het contrastmiddel kan voor een verstopping zorgen. Om het contrastmiddel kwijt te raken moet u veel water drinken. Soms geven we u een laxeermiddel mee naar huis.

De uitslag
De radioloog kan u de uitslag meestal niet gelijk geven. Later op de dag bestuderen we de foto’s en vergelijken we ze met eventuele vorige onderzoeken. De radioloog maakt vervolgens een verslag voor uw behandelend arts. Hij of zij bespreekt de uitslag met u.

Bijwerkingen en complicaties

Door het onderzoek zit er lucht in uw darmen. Hierdoor kunt u last krijgen van winderigheid. Uw ontlasting kan door het contrastmiddel nog een paar dagen een witte kleur hebben. Uw urine kan één of twee dagen iets rood zijn door de Prunacolon in uw dieet.

Wanneer contact opnemen?

Krijgt u thuis toch last van een complicatie of bijwerking? Belt u dan naar de polikliniek radiologie. Vraag dan vervolgens of u doorverbonden kunt worden met de physician assistent van de interventie radiologie. Bij spoed buiten kantooruren belt u naar het algemene nummer van het Erasmus MC. Vraag dan of u doorverbonden kunt worden met de dienstdoende assistent van de radiologie.

Contact

  • Polikliniek radiologie (van 08.00 - 16.30 uur): (010) 704 20 06.
  • Algemeen nummer Erasmus MC: (010) 704 0 704