Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Ablatie van atriale fibrillatie

Binnenkort krijgt u in het Erasmus MC een katheterablatie van de longaders (pulmonaal venenisolatie) vanwege boezemfibrilleren. Samen met uw cardioloog heeft u voor deze behandeling gekozen. Hier vindt u meer informatie over het voortraject, de opname en de nazorg.

Download PDF

Voorbereiding

Nuchter zijn

Voorafgaand aan de ingreep moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u ten minste zes uur voor het onderzoek niets meer mag eten of drinken. Een slokje water bij het innemen van medicijnen is wel toegestaan. Het kan voorkomen dat u later aan de beurt bent dan gepland, omdat het programma kan uitlopen of uw behandeling kan worden uitgesteld door een spoedgeval. Uiteraard doen wij ons best om u zo snel mogelijk te helpen.

Gesprek met de verpleegkundig specialist

Voorafgaand aan de ablatie heeft u een telefonisch consult met de verpleegkundig specialist. Hij/zij legt uit wat er gaat gebeuren en wat u kunt verwachten voor, tijdens en na de procedure. De verpleegkundig specialist bereidt de opname voor, bespreekt uw medicatie en beantwoordt eventuele vragen. Bij sedatie of algehele narcose krijgt u ook een telefonisch consult op de preoperatieve screeningspoli van de anesthesie.

Medicatiegebruik

U mag uw medicijnen, inclusief bloedverdunners, doorgebruiken. Bij gebruik van acenocoumarol of fenprocoumon, is het streven een INR van 2.0-2.7. Indien dit anders is, hoort u dit tijdens het telefonische gesprek met de verpleegkundig specialist. Eventuele spuitjes bloedverdunning dient u niet toe op de dag van de ingreep.

Wat neemt u mee?

Neem uw medicatielijst, medicijnen, nachtkleding, pantoffels, toiletartikelen en iets te lezen mee. Laat kostbaarheden zoals sieraden en geld zoveel mogelijk thuis.

Over hartritmes

Normaal hartritme

Een elektrische prikkel ontstaat in de sinusknoop, een groepje cellen aan de bovenzijde van het hart. Dit sinusritme gaat via de boezem naar de AV-knoop en vervolgens naar de hartkamers. Hierdoor trekt de hartspier samen en pompt bloed door het lichaam. De sinusknoop past de snelheid van de prikkels aan op basis van de behoefte van het lichaam, sneller bij inspanning of stress, langzamer in rust.

Boezemfibrilleren

Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis en komt vaker voor naarmate u ouder wordt. Hierbij is er een snelle en onregelmatige elektrische activiteit in de boezems, met een hartfrequentie die kan oplopen tot meer dan 300 prikkels per minuut. Dit lijkt op een elektrische chaos in de boezems. De AV-knoop laat niet alle signalen door naar de kamers, maar vaak is er een snelle en onregelmatige hartslag (meer dan 100 slagen per minuut). De duur van boezemfibrilleren varieert van enkele seconden tot continu. Het ontstaat vaak in het linker gedeelte van de boezems, waar ook de longaders zijn.

Oorzaak van boezemfibrilleren

Er zijn verschillende factoren die boezemfibrilleren kunnen veroorzaken. Dit kan door een hartafwijking zoals vernauwing van de kransslagaderen, hartfalen, hartklepafwijking of hartspierziekte. Andere factoren zijn hoge bloeddruk, overactieve schildklier, infectie, stress, extreme inspanning, alcohol, suikerziekte en slaapapneu (ademhalingsproblemen tijdens de slaap).

Klachten

De klachten van boezemfibrilleren verschillen per patiënt. Sommige patiënten merken niets, anderen hebben dagelijks last. Mogelijke klachten zijn:
  • Onregelmatige hartslag, evt. gepaard met hartbonken
  • Kortademigheid (bij inspanning)
  • Moeheid
  • Pijn op de borst
  • Duizeligheid en/of licht gevoel in het hoofd

Katheterablatie van boezemfibrilleren

Boezemfibrilleren ontstaat vaak in een of meerdere longaders. Om ervoor te zorgen dat deze prikkels de linker boezem niet bereiken, worden de longaders elektrisch geïsoleerd van de boezems. Er zijn verschillende behandelmogelijkheden, waaronder warmte (radiofrequentie), kou (cryoablatie) of met korte hoogenergetische elektrische pulsen (pulse field ablatie). Littekenweefsel ontstaat rondom de longaders waardoor ze geen elektrische prikkels doorlaten. Soms kan het nodig zijn om extra gebieden in de linker boezem te behandelen. Als dit bij u van toepassing is, wordt dit besproken.

Over de behandeling

Wat is het doel?

Bij boezemfibrilleren streven we naar sinusritme met medicijnen en soms elektrische cardioversie. Als dit niet helpt of bijwerkingen geeft, kan katheterablatie een optie zijn. Het doel is om sinusritme (zoveel mogelijk) te herstellen en klachten door het boezemfibrilleren te laten verdwijnen.

Verloop van de behandeling

Opname

Bij opname kunt u eventuele vragen stellen. Er wordt een ECG gemaakt en een infuus geplaatst. Uw hartritme wordt tijdens de opname bewaakt met elektroden en een mobiel telemetrie kastje dat uw hartslag op afstand volgt.

Voorbereiding

Thuis kunt u zelf beide liezen, en eventueel borst- en rugbeharing scheren. Dit wordt op de afdeling gecontroleerd. Gebruik geen bodylotion of crème, zodat de plakkers blijven zitten. Verwijder nagellak, make-up, sieraden en piercings.

Slokdarmecho

U krijgt een slokdarmecho om uit te sluiten dat het hart geen stolsels bevat. Als er een stolsel gevonden wordt, kan de ablatie niet doorgaan vanwege het risico op een herseninfarct. Deze echo wordt voorafgaand aan de ingreep uitgevoerd, als u al slaapt. Bij het wakker worden kunt u een geïrriteerde keel hebben. Er bestaan enkele redenen om geen slokdarmecho uit te voeren, als dit u betreft, hoort u dit van de verpleegkundig specialist.

Interventiekamer

Op de interventiekamer neemt u plaats op de behandeltafel, waarna verschillende plakkers op uw borst en rug worden geplakt. De monitoren voor de bewaking van het hartritme en andere vitale functies (zoals bloeddruk en ademhaling) worden hierop aangesloten.

Behandelteam

Het behandelteam bestaat uit een cardioloog-elektrofysioloog, meerdere verpleegkundigen, een technicus, een anesthesist en een anesthesiemedewerker.

De ingreep

De ingreep vindt plaats onder sedatie of algehele narcose. Na het desinfecteren en verdoven van de liezen prikt de cardioloog-elektrofysioloog de liesaders aan om buisjes (sheaths) te plaatsen. Via deze buisjes worden katheters in het hart geplaatst met behulp van röntgenstraling en echocardiografie. Door het tussenschot tussen de boezems aan te prikken, ontstaat toegang tot de linker boezem en kunnen de longaders elektrisch geïsoleerd worden. Uw vitale functies zoals bloeddruk en hartritme worden nauwlettend in de gaten gehouden. Soms is een elektrische cardioversie nodig om het hartritme te herstellen, dit gebeurt dan tijdens de ingreep. Aan het einde van de ingreep worden de katheters en buisjes verwijderd en de lies afgedrukt. Na het evt. plaatsen van een hechting en drukverband volgt bedrust. Na het bedrusttermijn verwijdert de verpleegkundig het verband en, indien aanwezig, de hechting. Als u pijn heeft, krijgt u aanvullende pijnstilling.

Na de behandeling

Nazorg en controles

Na de ingreep gaat u kort naar de recovery (uitslaapkamer). Als er geen bijzonderheden zijn en u goed wakker bent, haalt de verpleegkundige u daar weer op. Op de afdeling wordt uw hartritme continu gemonitord met telemetrie en controleren we regelmatig uw bloeddruk.

Eten en drinken

Indien u goed wakker bent en geen klachten heeft, kunt u het eten en drinken hervatten. Bij een geïrriteerde keel is het aan te raden iets koels te eten of drinken.

Bedrust

Na de behandeling is het advies platliggen met rechte benen om liesbloedingen te voorkomen. U hoort tijdens opname hoeveel uren bedrust gehanteerd worden, afhankelijk van hoe de lies is gesloten varieert dit tussen de twee en vier uur. Zodra het drukverband is verwijderd en de lies niet nabloedt, mag u weer uit bed komen en lopen. Geef het direct aan een verpleegkundige door als u een warm, nat gevoel of zwelling in de lies krijgt, dit kan wijzen op een nabloeding.

Naar huis

Ontslag en medicatie

Na het uitsluiten van complicaties kunt u naar huis. Dit is meestal in de namiddag of de dag na de ablatie als u 's middags geholpen bent. Bij ontslag bespreekt de verpleegkundig specialist de medicijnen en beantwoordt nog aanwezige vragen. U krijgt een ontslaggesprek met de verpleegkundige. De poliklinische afspraken (24-uurs Holter en het gesprek met de cardioloog) vinden plaats in het Erasmus MC of het verwijzend ziekenhuis, dit hoort u bij ontslag.

Leefregels na een ablatie

Uw behandeling is uitgevoerd via de liesader. De eerste dagen na de behandeling is er een kleine kans op nabloeding. Om dit te voorkomen, moet u de punctieplaats ontzien. Zorg dat iemand u met de auto ophaalt als u uit het ziekenhuis komt. Belast de lies de eerste drie dagen niet te veel. Vermijd fietsen, autorijden, zware dingen tillen en belastende bewegingen. Ondersteun de wond met lichte druk als u moet hoesten, niezen of persen. Loop de dag na de procedure weinig. Lopen in en om het huis is prima, maar vermijd lange afstanden. Traplopen mag, maar doe dit rustig, trede voor trede. Ga de eerste week niet in bad, zwemmen of naar de sauna. Douchen mag wel. Na 5 dagen kunt u weer werken, mits het herstel goed verloopt en u geen zwaar lichamelijk werk doet. Sport niet de eerste 2 weken.

Polikliniek

Drie maanden na de ablatie volgt een afspraak voor een ECG en een consult bij de post-ablatiepolikliniek. Voorafgaand krijgt u een afspraak voor een 24-uurs Holter. Dit onderzoek geeft inzicht in uw hartritme en of de behandeling effectief is geweest.

Bijwerkingen en complicaties

Een katheterablatie van boezemfibrilleren kan gepaard gaan met complicaties. De volgende complicaties kunnen mogelijk optreden:

  • Vaatcomplicaties (1.5%), zoals ernstige liesbloeding of vals aneurysma, door het aanprikken van de liesaders.
  • Harttamponade (<1%), waarbij="" een="" gaatje="" in="" de="" wand="" van="" de="" linkerboezem="" bloed="" tussen="" het="" hart="" en="" het="" hartzakje="" laat="" stromen,="" wat="" de="" pompfunctie="" belemmert.="" dit="" bloed="" moet="" met="" een="" naald="" worden="" verwijderd.="">
  • Herseninfarct/TIA (< 0.5%),="" door="" bloedstolsels="" die="" tijdens="" de="" ablatie="" ontstaan="" en="" een="" slagader="" in="" de="" hersenen="" afsluiten.="" daarom="" krijgt="" u="" tijdens="" de="" ingreep="" continu="" bloedverdunners="" via="" het="" infuus.="">
  • Slokdarm letsel.
  • Allergische reacties op materialen zoals pleisters, telemetrieplakkers of medicatie.

Als u direct hulp nodig heeft

Bij spoedeisende situaties kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp. Als er problemen ontstaan met uw lies (zoals onacceptabele pijn, nabloeding of forse zwelling) of als u ernstig last heeft van hartkloppingen, adviseren wij u in de periode tot aan de poliklinische controle te melden bij de verpleegkundig specialist van de afdeling cardiologie. Na deze periode kunt u terecht bij uw huisarts.

Het resultaat

Ritmestoornissen en/of hartkloppingen kunnen gedurende de eerste 3 maanden voorkomen. Dit kan soms heviger zijn dan voor de ablatie, maar vaak verdwijnt het later weer. Een deel van de patiënten heeft een tweede ingreep nodig om het boezemfibrilleren te verhelpen. Van de gemaakte littekens tijdens de ablatie kan een deel soms herstellen. Daardoor kunnen ongewenste elektrische prikkels uit de longaders toch weer worden doorgegeven aan de linker boezem en boezemfibrilleren veroorzaken.

Contact

Heeft u nog vragen over de behandeling, dan kunt u telefonisch contact opnemen met het secretariaat, telefoonnummer (010) 703 39 91. U kunt een e-mail sturen naar: vscardiologie@erasmusmc.nl

Overige telefoonnummers:
  • Algemeen nummer Erasmus MC: (010) 704 07 04 (dag en nacht)
  • Cardiologie: (010) 703 53 49 (dag en nacht)
  • Secretariaat Klinische Elektrofysiologie: (010) 703 39 91 (tijdens kantooruren)
  • Polikliniek Cardiologie: (010) 704 05 63 (tijdens kantooruren)
Meer informatie
U kunt ook informatie vinden op de volgende websites Erasmus MC: www.erasmusmc.nl Hartstichting: www.hartstichting.nl