Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Stethoscoop
Operatie

Borstamputatie

Ablatio, Mastectomie

Tijdens een borstamputatie wordt naast de tumor al het borstklierweefsel, een stuk huid en de tepel verwijderd.

Over deze operatie

Wat we gaan doen

Wat is deze operatie?

Bij een borstamputatie wordt al het borstklierweefsel inclusief tepel verwijderd. De contour van de borst is na de operatie verdwenen. U krijgt een platte borstkas, maar uw ribben blijven bedekt door de borstspier en de huid.

Door de operatie ontstaat soms een vrij groot litteken dat meestal horizontaal gebogen over uw borstkas loopt. De huid wordt minder gevoelig of helemaal gevoelloos. Dit trekt later weer iets bij. Soms wordt een deel van de wond juist extra gevoelig.

Bij veel patienten kan aansluitend aan de amputatie een reconstructie door de plastisch chirurg worden gedaan. In het geval van een preventieve amputatie kan dit nagenoeg altijd.

Tijdens de operatie kan er ook een schildwachtklierprocedure of een okselklierdissectie uitgevoerd worden.

Hoe gaan we te werk?

De operatie vindt plaats onder volledige narcose. Voordat de narcose wordt toegediend wordt u aangesloten op de bewakingsapparatuur en krijgt u een infuus in de hand of arm.

De chirurg verwijdert de gehele borstklier. In veel gevallen kan er direct een reconstructie plaatsvinden, waardoor de huid en tepel behouden kunnen blijven. Het weefsel wordt dan vervangen door een prothese of tissue expander.

Wat is het doel?

Het doel is om de tumor uit de borst te verwijderen waarbij ook het borstklierweefsel wordt verwijderd.

Voorbereiding

De week voorafgaand aan de operatie mag u uw oksels niet ontharen m.b.v. een scheermes. Ontharingscreme of een electrisch scheerapparaat mag wel.

Voor het aanmeten van de tijdelijke borstprothese na de operatie neemt u een goed zittende beha met hele cups en een effen aansluitend t-shirt mee. Indien u tijdens de operatie direct een reconstructie krijgt, is dit niet nodig.

Bijwerkingen & complicaties

Tijdens de operatie

Tijdens de operatie wordt een wonddrain geplaatst. Deze drain wordt soms verwijderd voor het ontslag uit het ziekenhuis en soms pas nadat u al een paar dagen thuis bent.

Kort na de operatie

Na de operatie kan een nabloeding ontstaan, soms is het nodig om deze met een tweede operatie te behandelen. U mag 48 uur na de operatie weer douchen.

De opname duurt 2 tot 3 dagen. Het kan moeilijk voor u zijn om de wond te bekijken. Neem hier de tijd voor en geef het aan bij uw verpleegkundige. Zij ondersteunt u, en uw partner, graag in deze periode.

Thuis

De eerste weken na de operatie kan de wond pijnlijk, gezwollen of verkleurd zijn. U kunt zo nodig pijnstillers nemen.

Na de operatie:

- kan een ontsteking van de wond ontstaan, het kan nodig zijn de wond een beetje open te maken; soms zijn antibiotica voldoende;
- kan het voorkomen dat er een ophoping van lymfevocht ontstaat; het kan nodig zijn het vocht weg te halen met een holle naald.

Wij adviseren de eerste 6 weken niet zwaar te tillen.

Resultaat

Na de operatie zal de patholoog-anatoom het weggesneden weefsel onderzoeken op tumorcellen. Deze uitslag zal de chirurg op de polikliniek met u bespreken. Het duurt ongeveer 10 werkdagen voor de uitslag bekend is. Naar aanleiding van deze uitslag zal besloten worden of er nabehandeling moet volgen.

De huid rond het litteken kan een strak gevoel geven na verloop van tijd. Dit valt eventueel te verhelpen met bindweefselmassage. Na ongeveer een jaar is het litteken definitef van vorm en kleur.

Wanneer neemt u contact op?

U dient contact met ons op te nemen als:

  • De operatiewond rood, warm en pijnlijk is, dit kan een ontsteking zijn
  • De operatiewond gezwollen is
  • U koorts heeft.
Neem bij twijfel, lichamelijke klachten en vragen contact op met de mammacare verpleegkundige. De contactgegevens ontvangt u na de operatie.

Komt u binnenkort bij ons voor een onderzoek, behandeling of operatie?

Wat kunt u verwachten? Wat neemt u mee? Alles wat u moet weten in een handig overzicht.
Bereid u voor