Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
bandage
Aandoening

Schaamlipkanker

Vulvakanker/vulvacarcinoom

Schaamlipkanker is kanker van de schaamlippen. De schaamlippen zijn onderdeel van de vulva, daarom noemen we het ook wel vulvakanker.

Schaamlipkanker: over deze aandoening

Wat is schaamlipkanker?

Schaamlipkanker is kanker van de schaamlippen. Het wordt ook wel vulvakanker genoemd, omdat het niet alleen op de schaamlippen, maar ook op andere delen van de vulva (uitwendige geslachtsorganen) kan ontstaan. Bijvoorbeeld op de:

  • Binnenste of buitenste schaamlippen
  • De clitoris
  • De overgang van schaamlippen naar de vagina
  • De overgang van schaamlippen naar de anus

Schaamlipkanker kan uitzaaien naar de lymfeklieren in de lies. Daarom wordt bij de behandeling niet alleen de tumor verwijderd, maar is ook vaak een behandeling van de lies of de liezen nodig.

Schaamlipkanker is meestal goed te behandelen. Het is belangrijk dat de behandeling wordt gedaan in een ziekenhuis dat hierin is gespecialiseerd. In het Erasmus MC Kanker Instituut worden per jaar 60 -80 vrouwen met schaamlipkanker behandeld.

Hoe vaak komt het voor?

Schaamlipkanker komt relatief weinig voor. In 2021 kregen in Nederland 438 vrouwen de diagnose schaamlipkanker. Meer dan de helft van deze vrouwen is ouder dan 70 jaar, maar het komt ook voor bij jonge vrouwen.

Informatieve websites

Voor meer informatie over schaamlipkanker verwijzen wij u naar de volgende websites:

www.kanker.nl

www.olijf.nl

www.lsnederland.nl

Soorten

Vaak ontstaat schaamlipkanker in de bovenste huidcellen van de schaamlippen: dit heet plaveiselcelcarcinoom. Zeven van de tien vrouwen met schaamlipkanker heeft plaveiselcelcarcinoom.
Meer zeldzame vormen van schaamlipkanker zijn:

  • Basaalcelcarcinoom
  • Adenocarcinoom
  • Melanoom

Schaamlipkanker kan uitzaaien. Dat betekent dat de tumorcellen via het lymfevocht of het bloed op andere plekken terechtkomen. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen.

Schaamlipkanker verdelen we in 4 stadia:

  • Stadium 1: de tumor groeit alleen in de vulva of het gebied tussen de vagina en anus. Bij stadium 1 zijn er geen uitzaaiingen in lymfeklieren in de liezen.
  • Stadium 2: de tumor is doorgegroeid in het onderste deel van de plasbuis, de vagina of de anus. Er zijn geen lymfeklieruitzaaiingen in de liezen.
  • Stadium 3: gelijk aan stadium I of II, maar met lymfeklieruitzaaiingen in 1 of beide liezen.
  • Stadium 4: de tumor is doorgegroeid in het bovenste deel van de plasbuis, de blaas, het schaambeen of de endeldarm. Ook kan er sprake zijn van uitzaaiingen in de lymfeklieren van het bekken en/of uitzaaiingen in andere delen van het lichaam.

Oorzaak

De precieze oorzaak van schaamlipkanker is niet altijd bekend.

Schaamlipkanker kan ontstaan uit 2 soorten voorstadia, namelijk:

  • Hooggradige Squameuze Intraepitheliale Lesie (HSIL) van de vulva; hierbij speelt het HPV virus een rol.
  • Gedifferentieerde Vulvaire Intraepitheliale Neoplasie (dVIN), dit komt voor bij een klein deel van vrouwen met lichen sclerosus van de vulva.

Symptomen en gevolgen

Symptomen

  • Jeuk
  • Pijn
  • Branderigheid
  • Irritatie en pijn vooral tijdens en na het plassen
  • Een verdikking of een wondje
  • Bloedverlies of afscheiding.

De jeuk en irritantie kunnen soms jaren bestaan. Hierdoor wordt er vaak niet direct aan schaamlipkanker gedacht. Toename van deze klachten is een belangrijk alarmsignaal.

Gevolgen

Bij kanker is er vaak sprake van gevolgen door de ziekte zelf en gevolgen door de behandeling van de ziekte.

Meer specifieke gevolgen van de behandeling zijn:

  • Veranderingen in seksualiteit en het zelfbeeld
  • Lymfoedeem: als er tijdens de operatie lymfeklieren zijn verwijderd, kunt u last krijgen van lymfoedeem in uw benen. Dit is een opeenhoping van lymfevocht
  • Problemen met plassen
  • Andere late effecten.

Wat wij voor u doen

Onderzoek en diagnose

Onderzoek

  • Lichamelijk onderzoek
  • Weefselonderzoek (biopt)
  • Echografie van de klieren in de liezen
  • Soms wordt een CT-scan gemaakt.

 

Behandeling

Behandeling

Behandeling van een voorstadium (HSIL/dVIN):
Plaatselijke behandeling:

  • Zalf voor behandelen van de klachten of de afwijking.
  • Operatie (met laserlicht of weghalen)
  • Een combinatie van bovenstaande behandelingen.

Behandeling van een kwaadaardige tumor:

  • Operatie
  • Bestraling
  • Chemoradiatie (chemotherapie in combinatie met bestraling)
  • Chemotherapie
  • Een combinatie van bovenstaande behandelingen.

Indien u in aanmerking komt voor een operatie van een kwaadaarige tumor wordt, afhankelijk van het stadium, ook een operatie aan de liezen uitgevoerd: dit kan zijn dat er een poortwachtersklier wordt verwijderd of dat alle lymfeklieren uit de lies moeten worden verwijderd. Uw gynaecoloog zal dit vooraf dudidelijk met u bespreken.

Met wie heeft u te maken?

  • De gynaecoloog. De gynaecoloog die u de eerste keer op de polikliniek ziet, is uw hoofdbehandelaar. Eventuele operaties worden altijd uitgevoerd door een gespecialiseerde gynaecoloog- oncoloog.
  • De arts-assistent. Dit is een arts die de vervolgopleiding doet tot gynaecoloog.
  • De oncologie verpleegkundige. De verpleegkundige die u bij het eerste bezoek ziet, wordt uw casemanager.
  • De verpleegkundig specialist.

Komt u binnenkort bij ons op bezoek?

Hoe bereidt u uw gesprek voor? Wat neemt u mee? Alles wat u moet weten in een handig overzicht.
Bereid u voor