Wat gaan de studenten minder doen in het nieuwe curriculum ten op zichten van het huidige curriculum, gezien de introductie van projectonderwijs in jaar 1, 2, en 3?
Er is kritisch gekeken naar wat toekomstig basisartsen moeten kennen en kunnen aan het eind van hun basisopleiding. Welke kennis en vaardigheden alle artsen moeten hebben, en welke in vervolgopleidingen aangeleerd kunnen worden. Dit heeft ten opzichte van het huidige curriculum geleid tot een reductie van de leerstof. Tevens zal er gebruik gemaakt worden van andere onderwijsvormen (casusgestuurd onderwijs) die de leerstof op een effectievere en efficiëntere manier behandelen. Hierdoor ontstaat ruimte voor de projectperiodes.
Hoe wordt het spiral curriculum uitgewerkt?
In de het eerste bachelorjaar worden verschillende biomedische concepten aangeleerd die van toepassing zijn voor de verschillende deelgebieden in de geneeskunde (bijvoorbeeld oncologie, immunologie, infectiologie, etc.). Deze kennis wordt in de volgende bachelorjaren steeds opnieuw gebruikt, verbreed en verdiept binnen andere, nieuwe deelgebieden in de geneeskunde (bijvoorbeeld de maag-, darm- en leveraandoeningen, longziekten etc.). Ook middels de toetsing, waaronder de interuniversitaire VoortgangsToets Geneeskunde (iVTG) wordt geborgd dat de kennis steeds gereactiveerd en verdiept wordt.
Het curriculum zit chronologisch in elkaar. Ouderen geneeskunde komt aan het eind. Is dat niet te laat?
Er is gekozen om een levensloopopbouw in het curriculum te verwerken, wat aansluit bij verschillende vervolgopleidingen. De ouderengeneeskunde zit als blok inderdaad aan het einde, wat ook aansluit bij de opbouw van complexiteit (multimorbiditeit, polyfarmacie). Ons inziens is dit, om te borgen dat studenten voldoende kennis en kunde hebben, de beste positionering. Wij denken dat dit niet te laat is, aangezien de meeste studenten na de bachelor de master gaan doen en pas daar de keuzes voor verschillende specialismen plaatsvinden.
Is jaar 1 alleen ‘De gezonde mens’?
Nee, ook in jaar 1 zullen al pathofysiologische concepten en exemplarische ziektebeelden aangeleerd worden.
Zijn er gezamenlijke afgesproken leerdoelen tussen de medische faculteiten in Nederland?
Ja, die zijn vastgelegd in het Raamplan. Elke faculteit ontwikkelt daarnaast een eigen identiteit. Op het gebied van curriculumontwikkeling zijn we in contact met andere medische faculteiten in Nederland.
Hoe is keuze van onderwerpen in het nieuwe curriculum tot stand gekomen?
Na uitgebreide afstemming met docenten van verschillende deelgebieden is een overzicht gemaakt van biomedische concepten en exemplarische ziektebeelden van alle vakgebieden.
Dit overzicht is na vaststelling eind 2021 breed gedeeld om alle betrokkenen zicht te geven hoe de gedefinieerde kennis van een specifiek vakgebied zich verhoudt ten opzichte van andere vakgebieden. Waar concepten voor meerdere vakgebieden van belang zijn, is gestreefd ‘dubbele’ benoemingen van concepten te voorkomen. Welk vakgebied het onderwijs over een dergelijk concept in de toekomst vorm gaat geven is nu nog niet aan de orde. Maar het biedt kansen om dit onderwijs in gezamenlijkheid te verzorgen.
In het nieuwe curriculum streven we ernaar kennis en vaardigheden zoveel mogelijk te integreren. Dit is samengevat in het macro-ontwerp waarin alle (deel) competenties en eindtemen zijn opgenomen en getoetst aan het landelijke Raamplan artsenopleiding.
Hoe wordt het overzicht en de afstemming van de onderdelen van het curriculum bewaakt om te veel herhaling van kennis en vaardigheden te voorkomen?
Dit wordt vastgelegd en inzichtelijk gemaakt in het curriculum-informatiesysteem (CIS) en getoetst aan het macro-ontwerp waarin alle concepten en (deel)competenties zijn opgenomen. Afstemming is een van de belangrijke aandachtspunten van Ontwikkeldagen 3 en 4 en een taak van de Bouwcommissie, waarin vertegenwoordigers van alle ontwikkellijnen zitten. Bij invoering van het nieuwe curriculum neemt de Curriculumcommissie deze taak over.
Is er voldoende aandacht voor technologie in het onderwijs?
Technologie is een zwaartepunt van EA2030 en zit in het curriculum als ontwikkellijn. Hierdoor komt technologie voor in elke blokperiode. Ook in de projectperiodes is er aandacht voor technologie, specifiek in de projectperiode Zorg en Technologie.
Brengt EA 2030 studenten naast technische vaardigheden ook kritisch technisch bewustzijn bij?
Zeker, dit is een belangrijk onderdeel binnen de ontwikkellijn Technologie.
Hoe wordt urgentie gegeven aan de klimaatcrisis?
De ontwikkellijn Maatschappelijke Betrokkenheid besteedt hier aandacht aan, onder andere in de projectperiode Duurzame Volksgezondheid. Daarnaast loopt er een HOKA-project om Planetary Health op een goede manier in het huidige én het nieuwe curriculum in te bedden.
Wordt er rekening gehouden met de impact van AI en ChatGPT op het onderwijs?
Dit heeft nadrukkelijk aandacht. We kijken hoe we hier op de beste wijze mee kunnen omgaan, ook ten gunste van het onderwijs door aandacht voor AI erin te verwerken.
Kiezen we voor casus een praktijkvoorbeeld, of juist een gekunstelde casus?
In principe kiezen we een realistische, real-life problemen, dus bij voorkeur praktijkvoorbeelden. Het kan wel nodig zijn hier aanvullende kenmerken aan toe te voegen om voldoende leeropbrengsten te bedienen.
Hoe weet je welke kennis & vaardigheden van het vaardigheidsonderwijs al geleerd en getoetst zijn en op welke manier je hierop kunt voortborduren?
De op te leveren onderwijsschema’s, de groeischema’s van de ontwikkellijn Klinische Vaardigheden en het Macro-ontwerp geven hier inzicht in.