Samenwerken, communicatie, leiderschap, en professionaliteit. Dit is een greep van de (deel)competenties die een arts na de opleiding beheerst. In de nieuwe geneeskundeopleiding Erasmusarts 2030 is aandacht voor de groei en ontwikkeling van deze competenties en in het bijzonder bij het Projectonderwijs. Daarin staat competentiegerichte ontwikkeling centraal. Maar hoe weten studenten waarin ze zich nog kunnen verbeteren of waar ze juist al goed in zijn? Sid Morsink, clusterleider Projectonderwijs en psychiater, vertelt meer over het toetsen van (deel)competenties. ‘In deze setting mogen studenten fouten maken en is er ruimte voor ontwikkeling.’
Studenten werken in het projectonderwijs gedurende vier weken in een groep aan een gezondheidsvraagstuk, bijvoorbeeld op het gebied van maatschappelijke gezondheidszorg, technologie of beleid. De PO-docent begeleidt studenten op het proces en stimuleert de groep tot een vruchtbare samenwerking. Werken aan competenties zoals samenwerken, communicatie, leiderschap en professionaliteit staat centraal. Maar hoe doe je dat?
Programmatisch toetsen in het kort
De groei en ontwikkeling van een student hangt niet meer af van één toetsmoment, maar meerdere momenten, ook wel datapunten genoemd. Studenten verzamelen op verschillende momenten data over hun groei en ontwikkeling en na een tijdje kan daar een oordeel over genomen worden. Lees meer hierover dit het artikel ‘Liever waarderen en evalueren, dan oordelen’.
Meetmoment
Sid Morsink over de deelcompetenties: 'In het projectonderwijs wordt op vier momenten in het bachelorcurriculum de groei en ontwikkeling van studenten gemeten: aan het einde van iedere projectperiode aan de hand van het eindproduct, dat bijvoorbeeld een wetenschappelijk artikel of advies kan zijn, de eindpresentatie, en het reflectieverslag, waarin studenten hun leerproces beschrijven. Belangrijker nog is de ontwikkeling richting in het eindproduct. Gedurende het project verzamelen en krijgen studenten feedback van medestudenten en hun PO-docent.’
Aan de hand van zogenaamde rubrics bepaalt de PO-docent op welk niveau de student de competentie beheerst. Hierbij wordt geen cijfer toegekend. De rubric is ook voor de student inzichtelijk gemaakt.
Samenwerkingscontract
‘Een belangrijk onderdeel van het projectonderwijs is het samenwerkingscontract dat studenten met elkaar opstellen', vertelt Sid. Bij de start van een projectperiode bedenken studenten waar ze zich in willen ontwikkelen en beschrijven dat in leerdoelen. ‘In het contract delen studenten hun leerdoelen en besluiten ze met elkaar hieraan te werken en iedereen hierbij te helpen.’
Leiderschap
‘Neem een student die het moeilijk vindt om een leidende positie te nemen. Projectonderwijs is de uitgelezen kans om een leidende rol als voorzitter van de projectgroep te proeven en mee te maken wat dat met je ontwikkeling doet’, zegt Sid.
Een student hoeft na de eerste projectperiode de competenties nog niet op niveau te beheersen. Zij hebben gedurende de hele bachelor de tijd om daarin te groeien. Als ze op samenwerken nog niet op niveau zijn, dan is dat een leerdoel voor de volgende projectperiode.
‘Het mooie aan dit type onderwijs is dat studenten kunnen oefenen waarin zij zich willen ontwikkelen. Ze bootsen de werkvloer na, een werkvloer waarin je ook met collega's zal moeten samenwerken.In deze setting mogen studenten fouten maken en leren ze feedback te vragen, te krijgen, te geven en daarop te reflecteren.’
PO-docent worden?
Begeleid jij onze geneeskunde studenten tijdens projectonderwijs (PO) en draag je zo bij aan de ontwikkeling van hun competenties communicatie, samenwerking, leiderschap, wetenschappelijk denken, maatschappelijk handelen en professionaliteit? Word dan PO-docent!
Let op! De eerste projectperiode start in maart 2025 en duurt vier weken. Een PO-docent is in de projectperioden 16 uur per week beschikbaar en begeleidt studenten tijdens het project.
Vacature PO-docent (alleen voor Erasmus MC-medewerkers)
